30 april 2012 Westerbork
De zon strooit kwistig haar stralen
vanuit de strakblauwe hemel naar de aarde. Vogels fluiten uit volle
borst en het jonge groen ontvouwt zich waar je bij staat. Vanaf het
bankje kijk ik uit over een veldje omzoomt door lariksen. De nieuwe
naaldjes in teer groen, als kwastjes aan de takken. Mooi vind ik ze,
heb ik altijd al gevonden. Ik sluit eventjes mijn ogen om het moment
vast te houden. Dan is het voorbij en wandelen we over het
parkeerplaatsje terug naar onze auto. Het zit erop en we aanvaarden
de terugreis. Het is warm in de auto en al snel vallen mijn ogen
dicht, ik wordt in slaap gesust door het monotone geluid van de motor
en het suizen van de wind langs de geopende ramen.
“Mama! Mama!” Met een schok schrik
ik wakker, even heb ik geen idee waar ik ben. De vreemde droombeelden
vervagen snel behalve de zilvergrijze ogen van de jongen uit mijn
droom. Nog even vertoef ik in het vreemde droomlandschap. De laatste
flarden probeer ik met alle macht vast te houden. Het was zo'n mooie
droom! De zon stralend aan een strakblauwe hemel, een landschap dat
ik niet ken, groen, vooral groen! Hoge bomen met teer groen, alsof
het voorjaar was. Mijn voeten op jong gras aan de rand van verroeste
spoorrails. Tegenover me staat een jonge man, aan de andere kant van
de rails. We kijken elkaar aan en ik herken zijn ogen, zilvergrijs,
achter de brillenglazen. Het zijn de ogen van Levy. Een zachte bries
brengt de toppen van de bomen in beweging, het ruisen heeft iets
onaards, dan strijkt de wind over mijn gezicht en het zijne. Een vage
glimlach, een blik van herkenning en toen was het voorbij.
“Mamale, hoelang nog?”
“Geen idee, jongen.”
Het is donker in de treinwagon, we
zitten dicht op elkaar gepakt en aan mijn voeten ligt buurvrouw
Cohen. Ze is ziek maar dat heeft de Duitsers niet weerhouden om haar
op transport te sturen. Het stinkt naar uitwerpselen en braaksel, we
worden niet alleen vervoerd als vee maar óók behandeld alsof we
niets meer zijn dan varkens op weg naar de slachtplaats. Het
snerpende gefluit van de trein snijd door mijn ziel en ik wens dat er
snel een einde aan deze tocht komt. Hoewel....misschien ook niet want
aan het einde van de rit wacht de dood. Oh nee, mij hoeven ze niets
meer wijs te maken, ik ben niet gek! Ik wist het al toen we
opgeroepen werden, na alle verordeningen was dit nog slechts een
kwestie van tijd! Maup wilde de hoop niet verliezen maar we hadden
gewoon naar Rientje moeten luisteren! We hadden onder moeten duiken!
Maar nee, Maup wist het weer beter, de schlemiel.
“Mamale, ik heb honger”
“Ik weet het petsele, ik zal kijken
of ik nog iets voor je heb”
De kleine koffer heb ik angstvallig
dicht bij me gehouden, er mocht niet veel meer mee vanuit Westerbork,
een paar kappies brood heb ik tussen de hemden kunnen stoppen.
Buurvrouw Cohen maakt wat kreunende geluiden en ik voel haar
krachteloze hand op mijn enkel.
“Water” lispelt ze.
“Jaja, zo meteen, eerst Levy en dan
ben jij aan de beurt.”
Het bonken van de wielen op de rails
zorgt ervoor dat mijn rug aanvoelt als een geknakte tak. Ik sluit
mijn ogen nog even en vouw mijn handen over het ongeboren leven in
mijn buik. Wat voor kleur zouden die ogen zijn? Ook zilvergrijs of
misschien wel het hemelsblauw van Maup. Zullen die ogen überhaupt
ooit de hemel zien? Ik sluit mijn oren voor de geluiden om me heen,
het ingehouden snikken, de braakgeluiden en het rammelen van de
sloten aan de buitenkant van de wagons.
“Mamale, ik denk dat we er zijn!”
De trein mindert vaart en ik hijs me
overeind om tussen de spleten van de planken door, een glimp op te
vangen van de wereld. Alweer dat snerpende gefluit van die ellendige
locomotief. De avondlucht is rood gekleurd en een overweldigende
stank vult mijn neusgaten.
“Wat is dit?”
Levy's hand klemt zich vast de mijne en
ik probeer in het donker zijn gezicht te zien.
“Rustig maar hartse, alles komt goed”
Terwijl ik het zeg weet ik dat het
nooit meer goed gaat komen. Dan stopt de trein en worden de luiken
geopend. Sobibor.
Ik wordt door één van de mannen op
het perron uit de wagon getrokken en sleur Levy met me mee, de koffer
blijft achter. In een lange rij worden we opgesteld en er worden
bevelen geschreeuwt in het Duits. Ik versta ze wel maar wil ze niet
horen...”Laufen..dreckige Juden”
“Wat zeggen ze, mamale?”
“Niks bekl, niks bijzonders!”
De stank is overweldigend, daar zijn de
stinkende veewagons helemaal niks bij. Zelfs de bewakers lopen met
zakdoeken voor hun mond en ik zie ze kwistig schudden met hun flesjes
'4711' Kölnisch Wasser...
“Waar is buurvrouw Cohen??”
We strompelen voort totdat ik zie dat
mensen gescheiden worden, twee rijen. De duim wijst naar links of
naar rechts. Ik knijp Levy's hand bijna fijn en trek hem steeds
dichter tegen me aan. Wanhoop vult mijn hart. “Had nou maar naar
Rientje geluisterd, Maup!” Maar Maup is niet hier, hij is al eerder
op transport gegaan. Naar een 'werkkamp'. En dan sta ik voor hem,
zijn priemende zwarte ogen werpen een ongeinteresseerde blik over
mijn sjofele gestalte. Met een snelle beweging rukt hij mijn jas open
en ziet mijn welvende buik.
“Ach...noch einer stink Jude”hij
wijst naar rechts. Ik sleep Levy met me mee maar dan stapt hij naar
voren en trekt hem van me los.
“Mama...mama!!”
Spartelend hangt hij een halve meter
boven de grond en de smerige blik van zijn belager maakt de leeuwin
in me los. Een forse trap in mijn rug en ik val. Een zwarte laars
komt richting mijn gezicht, bloed vult mijn mond.
“Mama!!”
Levy valt voor me op de grond en de
officier haalt een kleine rijzweep tevoorschijn. Alsof alles
vertraagd wordt afgespeeld zie ik zijn arm naar beneden zwaaien en de
zweep op Levy's rug terechtkomen. Zijn ogen, zijn mooie zilvergrijze
ogen, vullen zich met tranen. En weer, en weer striemt de zweep op
mijn kind. De laars op mijn rug zorgt ervoor dat ik niet overeind kan
komen. Een schaterlach vult mijn oren. Aan mijn haren word ik
overeind gesleurd en kan nog nét een laatste blik op mijn kind
werpen, voordat hij aan zijn armen weggesleept wordt, naar links.
Zijn bloesje is kapot geslagen en het bloed trekt een spoor over het
perron.
“Mam, hé mam”
Een tikje op mijn schouder en ik open
mijn ogen. Verdwaasd kijk ik naar buiten. We staan op de
parkeerplaats voor ons huis.
“Mam, ik wil eruit...doe de deur eens
open en stap uit!”
Met stijve knieën stap ik uit en geef
mijn zoon de kans om ook uit de auto te kruipen. Ik kijk hem aan en
zie een vage glimlach om zijn lippen en zijn ogen, zijn zilvergrijze
ogen......
Heftig.... en ook mooi geschreven Marianna. Een stuk geschiedenis wat menigéén echt overkomen is en wat nooit meer vergeten zal worden
BeantwoordenVerwijderenDankjewel Carla voor je reactie, dit mag ook nooit vergeten worden...er is in de geschiedenis van de mensheid wel vaker een idioot opgestaan die meende dat genocide onderdeel uitmaakte van zijn eigen "goddelijke" plan maar volgens mij heeft niemand Hitler nog ge-evenaard.
VerwijderenIdi Amin? Dat was er ook zo eentje.
VerwijderenTrouwens er zit een link ergens dat je volgers kunt hebben. Heb jij die ingesteld? Dan kan ik je volgen.
Ja inderdaad Idi Amin was ook zo'n monster. Heb ik me lens gezocht maar ik kan nergens een link vinden...ik zal wel weer iets niet goed lezen of zo...grrrr.
VerwijderenBen er opnieuw stil van....wat heb jij dit mooi geschreven!! Zoals je weet is ook mijn leven gekleurd door de tweede wereld oorlog. Dit stuk geschiedenis draag ik net als jij altijd mee en mag nooit vergeten worden.
BeantwoordenVerwijderenDikke knuffffff
Dankjewel San zowel voor je knuffel als voor je reactie. Wij zijn geworden wie we zijn dankzij deze gebeurtenissen in de tijd....en wij geven de erfenis door aan onze kinderen in de hoop dat ze leren van de fouten in het verleden. Door de naamlozen een gezicht te geven veranderen getallen in mensen. xxx
Verwijderenademloos gelezen
BeantwoordenVerwijderenIk vind het ook heel goed om deze geschiedenis te blijven herhalen, op een gegeven moment zijn er geen overlevenden meer die het kunnen vertellen. Dan moeten diegenen die de verhalen gehoord hebben van hen, dit na kunnen vertellen. Het is jammer genoeg nodig. Heel mooi geschreven, Marianna !
BeantwoordenVerwijderenleuk je hier te zien
BeantwoordenVerwijderen