donderdag 11 juli 2013

De Huwelijksreis

De Huwelijksreis
Met een schok houdt ze haar adem in. “ Dit kan niet waar zijn!” Gebiologeerd staart ze naar de foto op haar computerscherm. Het is een afbeelding van een imposant huis, witte pilaren ondersteunen de balkons van de eerste verdieping en vijf marmeren treden leiden naar de voordeur. Op de voorgrond is nog juist een grote knoestige boom te zien waarvan de stam en de bladerloze takken begroeid lijken te zijn met miljoenen kleine varentjes.
“ Het bestaat dus écht. Het huis, waar de Mayfair heksen woonden, bestaat écht!” fluistert ze in zichzelf.
Met trillende vingers typt ze nogmaals het adres in bij de zoek functie en tikt op enter. Opnieuw vele hits waaronder een YouTube filmpje. Even aarzelt ze maar dan klikt ze het aan. Uit de luidspreker klinkt opeens Jazz muziek, typerend voor de stad waar dit huis staat. De filmer beweegt de camera niet erg professioneel en de weergave is wat schokkerig maar dat neemt niet weg dat ze ademloos toekijkt als de voordeur van het huis opengaat en ze met de camera mee kan kijken. Het is precies zoals het staat beschreven in het boek. De enorme voordeur, de lange gang met aan de linkerkant de hoge smalle trap die naar de eerste verdieping leidt. Ergens diep in haar lijf begint iets te trillen, opwinding stuwt haar bloeddruk omhoog en zonder dat ze zich ervan bewust is wiegt ze zachtjes heen en weer op de maat van de lome saxofoon muziek.
“ Miranda? Miranda ben je boven?”
De stem van haar man brengt haar met een schok weer in de realiteit en snel klikt ze het filmpje weg. De deur van het kleine computerkamertje gaat open en met twee stappen staat hij achter haar.
“ Wat ben je aan het doen, liefje?”
Zijn warme, grote hand op haar schouder. Zonder iets te zeggen draait ze de bureaustoel een stukje zodat ze hem aan kan kijken en biedt hem haar lippen voor een kus. Terwijl zijn bebaarde gezicht haar huid prikkelt bedenkt ze dat ze hem niets gaat vertellen, nog niet! In haar hoofd echoën de laatste tonen van de saxofoon nog rond en als ze haar ogen sluit ziet ze weer de beelden van dat prachtige huis. 1239 First Street, Garden District, New Orleans.

Vanaf het allereerste hoofdstuk had de beschrijving van het huis haar betoverd. Het boek had jarenlang ongelezen in de kast gestaan, om de doodeenvoudige reden dat ze geen tijd had om te lezen. Ze gunde zichzelf de tijd niet. Altijd was er wel iets te doen in het drukke huishouden met drie kinderen en twee honden. De jongens waren door haar eindeloos verwend, ze vervulde hun wensen nog vóór ze die zelf bedacht hadden. Koken, poetsen, wassen en strijken. Haar dagen waren gevuld met zorgen voor haar gezin. Toen, op een dag, was er nog maar één kind thuis. De was werd minder, het koken voor drie ging haar steeds sneller af en er bleef tijd over. Tijd om andere dingen te doen, zoals lezen. De boekenkast in de propere huiskamer was tot aan de nok gevuld met boeken. Ooit had ze van lezen gehouden, kon ze uren wegdromen met een boek op haar schoot. Als kind had ze een halve bibliotheek verslonden. Later werd lezen een luxe en nog weer later een zonde. `Ledigheid was des duivels oorkussen `, was de gevleugelde uitspraak van haar schoonmoeder die wekelijks met een witte katoenen zakdoek de randjes boven de deuren controleerde. En oh wee als er een stofje lag! Met een misprijzende blik werd ze van onder tot boven opgenomen en steevast kwam dan het vernietigende oordeel.
“Ik wist het wel, je bent een echte ´stadse´ met stadse kuren! Mijn zoon verdient beter, veel beter!”
Ze had haar boeken opgeborgen, op zolder in een grote kist. Ze kon het niet over haar hart verkrijgen om ze weg te doen. Zelfs niet toen ze zelf ook besloot dat lezen iets voor luie mensen was en ze haar tijd veel nuttiger kon besteden. De schoonmoeder was allang van het toneel verdwenen maar haar invloed was nooit getaand. Ze had haar werk goed gedaan! Haar man had er ook goed garen bij gesponnen, van het ene gespreide nestje in het andere beland. Natje, droogje en een schoon bed, wat wil een mens nog meer? Zowel hij als de zonen beschouwden haar als sloof en zagen niet dat ze óók wensen en dromen had gekoesterd. Lang geleden!
Maar nu waren haar dromen opnieuw tot leven gewekt en lezend droomde ze zichzelf zó een andere wereld binnen. Een wereld die ze nooit gezien had, haar blikveld was niet verder gekomen dan het kleine dorp op het platte land. Die droomwereld lag aan de andere kant van de oceaan, in het verre Amerika. In New Orleans om precies te zijn!
Dit jaar zouden ze 35 jaar getrouwd zijn en wat zou het heerlijk zijn om die nooit gemaakte huwelijksreis alsnog te beleven. Vijfendertig jaar geleden hadden ze geen cent te makken en ook nu was het nog geen vetpot. Maar spaarzaam als ze was, had ze wekelijks de zegels die ze kocht bij de supermarkt, opgeplakt en het stapeltje boekjes was gestaag gegroeid. Zo´n reis koste natuurlijk veel geld en er waren nog heel wat boodschappen nodig om het bedrag bij elkaar te sparen maar ze gaf de moed niet op. Misschien kon Joop ook nog iets extra´s bijdragen. Ze zou Eric, de baas van Joop, eens bellen. Volgens Joop kwamen ze om in het werk en 20 uur extra per week zou genoeg opleveren om de reis voor begin volgend jaar te plannen.
Eric hoorde haar verzoek aan en beloofde om Joop flink wat overuren te laten draaien. Haar plan begon steeds meer vorm te krijgen! Joop werkte zich de blaren en Miranda las het boek. Ze las het verhaal over de Mayfair heksen uit New Orleans.
Zonnige zomerdagen maakten plaats voor de gloedvolle kleuren van de herfst. De spaarrekening vertoonde een flink saldo maar nog steeds was het niet genoeg om de reis naar Amerika te boeken. Miranda zorgde goed voor Joop. Elke dag kookte ze uitgebreide maaltijden met alles wat hij lekker vond en ook in zijn lunchtrommel stopte ze wat extra´s.   Tenslotte moest hij het leeuwendeel van de centen bij elkaar werken.
Ze had het boek bijna uit. Het verhaal had haar helemaal opgeslokt en soms hoorde en rook ze die verre stad. Alsof ze even uit haar lichaam was en zonder vliegtuig de oceaan over kon steken. Dan sloop ze naar het computerkamertje en bekeek het Youtube filmpje, genietend van de Jazz muziek en de beelden van het prachtige huis. Soms fluisterde ze een bezwering, alsof ze zelf ook een heks was en haar diepste wensen door een toverspreuk kon vervullen. Alleen maar naar het huis kijken bracht haar in vervoering en in gedachten noemde ze het  al ´haar´ huis.
Voor Joop hoefde het allemaal niet zo nodig, het maakte toch niet zo heel veel uit of ze nu in februari of september zouden gaan. Hij had slechts ingestemd met het plan om Miranda een plezier te doen. Joop was moe. Hij werkte dag en nacht, zelfs zijn vakantie had hij opgeofferd om nog wat extra te verdienen. Eric had zich in ieder geval aan zijn belofte gehouden en hem overstelpt met werk. Soms verbaasde hij zich erover dat Miranda zo geobsedeerd was door die reis. Ze leek in niets meer op het volgzame vrouwtje dat hij 35 jr. geleden ten huwelijk had gevraagd. Misschien had zijn moeder toch gelijk gehad. Lezen is niet goed voor een mens. Daar kregen ze maar rare ideeën van. Hoe zei ze dat ook al weer? Oh ja. Ledigheid is des duivels oorkussen.
                                    ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Het is precies zoals ze had verwacht. Nee, het is beter dan ze had verwacht! Genietend staat ze voor het smeedijzeren hek, onder de enorme eikenboom die begroeid is met miljoenen kleine plantjes. De takken zijn nog wat kaal want het is vroeg in het voorjaar, Mardi Gras is net achter de rug. De sporen van de optocht liggen nog op straat. Het witte huis achter het hekwerk weerkaatst de laatste zonnestralen en lijkt wel zelf licht uit te stralen. De ronde en vierkante witte pilaren ondersteunen de balkons van de eerste verdieping. De hoge ramen, van plafond tot aan de vloer zijn feitelijk ook deuren. Eenmaal opengeschoven stap je zó op de veranda’s. Ze slaakt een diepe zucht. Ook de tuin beantwoord precies aan haar verwachtingen. Mirtebomen, bougainvillea en magnolia’s omzomen het grastapijt. Een slingerend flagstonepad dat oplicht tegen het fluwelige groen, voert naar de schaduwen achter in de tuin. Ze zucht nogmaals en laat haar hand op het, door de zon verwarmde, smeedijzer rusten.
“ Mooi hé?”
Ze wacht niet op antwoord, duwt zonder aarzelen het hekje open en met ferme stappen beent ze over de zachtroze flagstones richting voordeur. De man in het crèmekleurige linnen zomerkostuum volgt haar op de voet. Vijf witte marmeren treden scheiden haar nog van de imposante deur. De schemering heeft de kleur van de avondhemel vervaagd. Van fel rozerood naar violet paars, de perfecte omlijsting voor dit geweldige huis. Nog voor ze de klopper kan pakken, zwaait de voordeur al open. Een gedistingeerd heerschap glimlacht haar toe en met een breed gebaar van zijn arm, nodigt hij hen naar binnen.
“ Welcome Mr en Mrs de Vries!”
Het zuidelijke accent klinkt haar als muziek in de oren! Haar hart slaat bijna een paar slagen over en ze zoekt even steun tegen de glad geschilderde wand van de gang. Eindelijk!!! Licht ademloos draait ze zich om naar haar echtgenoot die nog steeds op de drempel staat.


“ Eric, zoek jij alvast een mooi plekje uit in de tuin waar we Joop´s as kunnen uitstrooien? Tenslotte hebben we het aan zijn harde werk en levensverzekering te danken dat we dit prachtige huis, het onze kunnen noemen! Wat een geweldig huwelijksgeschenk!” 

zondag 24 maart 2013

Een stukje hemel op aarde

Hemels Genot

Nu niet zeuren meid! Dit is wat je wilde, éérst Rome zien en dan sterven.
Met de moed der wanhoop bestijg ik de honderden treden in de koepel van de Sint Pieter. Mijn hart bonkt als een bezetene in mijn borstkas, elke ademtocht is een marteling en het zweet druipt prikkend in mijn ogen. Voor en achter mij, klimmende mensen die allemaal hetzelfde willen. Naar boven! Ik vraag me serieus af hoeveel personen zich daar boven bevinden en of het dak dat wel aan kan. Ik houd mijn blik strak gericht op de benen van mijn dochter en sleur mezelf, langs de leuning, de volgende tree op. De toch al smalle gang wordt nog smaller en begint enigszins naar rechts te hellen. Ik steun met mijn hand tegen de binnenkant van de koepel. Dit is toch géén doen. Een stekende pijn in mijn borst maakt dat ik even gierend naar adem hap en het word zwart voor mijn ogen. Als dit zó doorgaat, leg ik hier binnenin die verrekte koepel nog het loodje.
Niet “eerst Rome zien en dan sterven” maar “ter plekke in Rome sterven.”

De atmosfeer in het nauwe gangetje is niet te harden, zwetende en hijgende mensen maken dat de aanwezige zuurstof vergeven is van stank. Gelukkig haal ik adem door mijn mond anders zou ik ook nog over mijn nek gaan! Wéér een tree en dan eindelijk een klein nisje met een langwerpige opening waardoor een stukje van de blauwe hemel te zien is. Ik trek aan het shirt van mijn dochter en wenk met mijn hoofd naar links, ze snapt de hint. Even op adem komen! De man achter me heeft hetzelfde idee. Met een knalrood hoofd van inspanning schuift hij zijn dikke lichaam de nis in en ik word tegen de ruwe steen gedrukt. Daar gaat mijn kans op een paar happen frisse lucht. Maar als ik naar zijn zwoegende borst en bezweette gezicht kijk gun ik hem die paar teugen wel. Hij is er zo mogelijk nog slechter aan toe als ik. Mijn dochter is inmiddels in staat om op de 'noodknop' te drukken, die verwacht een dubbele hartaanval bij het setje in de nis. Ik schud mijn hoofd en verder gaat de tocht.
We voegen ons weer naadloos in de eindeloze stroom mensen die maar één ding willen.
“Omhoog, omhóóg!”

En dan eindelijk, eindelijk is daar het kleine ijzeren trapje dat naar buiten voert. Ik wurm mijn klamme lijf door de opening en stap op de 'krans' rondom het hoogste punt van de koepel. Een duw in mijn rug maakt dat ik bijna over de balustrade duik en een razend snelle terugtocht aanvaard. Een diepe zucht en mijn longen vullen zich met frisse lucht. Ik veeg het zweet van mijn gezicht en knipper een paar keer met mijn ogen tegen het felle zonlicht en daar ligt Rome aan mijn brandende voeten. Duidelijk tekenen de heuvels, waarop de stad gebouwd is, zich tegen de azuurblauwe hemel af. Recht voor me uit zie ik hoe het Sint Pieterplein overgaat in de Via della Conziliazione en in de verte zijn de contouren van Castel Sant ' Angelo zichtbaar. Daar gaan we morgen naar toe, nu wil ik alleen maar even zitten op het smalle stenen bankje dat tegen het dak van de koepel geplakt lijkt. De lange blonde haren van mijn dochter, verwaaien langs haar gelukzalige gezicht. Haar blauwe ogen wedijveren met de kleur van de hemel boven haar en even meen ik een stralenkrans om haar hoofd te zien maar dat zal wel door het zuurstof gebrek komen. Nog een paar foto's en weer naar beneden. Gelukkig weet ik nu wat me te wachten staat en ach, naar beneden gaat gemakkelijker dan naar boven.

Een blik op mijn horloge laat me zien dat het tijd wordt om de Sint Pieter te laten voor wat hij is. Mijn maag rammelt, de dag is verstreken zonder dat we er erg in hadden. De kunstschatten van Vaticaanstad hebben onze aandacht uren vastgehouden maar nu is het toch écht de hoogste tijd om weer naar het hotel te vertrekken voor ons diner. Nog éénmaal een hoge trap beklimmen. Bovenaan staan twee Romeinse goden die lonkende blikken naar mijn prachtige dochter werpen. Koket lonkt ze terug, ik sjok als een oud molenpaard achter haar aan en gun haar die blikken van harte. Ik wens nu nog maar één ding! Mijn door de airco gekoelde hotelkamer met het uitnodigende bed. Een tweede ademloos rondje door de Sixtijnse Kapel en via de “Ontdekking van de Hemel-trap” naar buiten. De muren van Vaticaanstad werpen lange schaduwen over de straat en in die schaduw wachten we op de bus. We hebben dorst en zijn gesloopt. Acht uur lang hebben we door overdadig vol geschilderde gangen gelopen. Met onze hoofden in standje moeilijk, de plafonds bekeken. Vol bewondering en verwondering de kunstzinnige uitspattingen aanschouwd. Maar nu is de energie-fles leeg en ons brein overvol, ik slaak dan ook een zucht van verlichting als de juiste bus arriveert.

Glijdend op de spekgladde stoeltjes proberen we in te schatten hoe de chauffeur de volgende bocht gaat nemen. Zes haltes verder stappen we zonder botbreuken weer op het hete asfalt om de laatste honderd meter naar ons hotel af te leggen. De lobby is overvol, er is zojuist een bus vol toeristen aangekomen en de weg naar de lift is versperd door rolators en koffers. Zuchtend beklimmen we, met het laatste restje moed, de twee trappen naar onze verdieping. Nog 20 stappen. Voordat de deur in het slot valt, heb ik mijn schoenen al uitgedaan en sleep mezelf naar de badkamer. Ik laat me op het toilet zakken en plant beide brandende klompen vlees in het bidet. Een druk op de knop en dan stroomt het verkoelende water over mijn getergde onderdanen. Een Hemels Genot! Met hoofdletters, ja!!!

@Marianna 2012

Één van de winnende verhalen uit de bundel "Een Hemels Genot" 

dinsdag 19 februari 2013

De Allerliefste








                                                      



                                                     De Allerliefste.



Blijf ik voor altijd jouw allerliefste?
Hou jij altijd het allermeest van mij?
Of hou jij van je eigen kindje meer?
En kom ik op de tweede rij?

Wat zij niet weten, geen van twee
Maar ik intussen wel
Is dat liefde meer wordt als je er veel van geeft
Er vele allerliefsten kunnen wonen in je hart.
Zoveel ruimte, zoveel kamers
Altijd eerste rang, allemaal eerste rij
Jij blijft voor altijd mijn allerliefste
....en jij... en jij.....EN JIJ